Overslaan en naar de inhoud gaan

8 op de 10 bouwbedrijven zien hun activiteit afnemen door te lang en te complex vergunningsproces

Arbeider met fluohesje naast graafmachine.

In ons land duurt het gemiddeld tussen de 20 en de 30 maanden om een vergunning te krijgen voor een bouwproject. En dan houden we niet eens rekening met eventuele beroepsprocedures, die steeds talrijker worden. “Nochtans heeft ons land nood aan 375.000 extra woningen tussen nu en 2030 en is onze infrastructuur (wegen, gebouw, energie) erg verouderd, waardoor een grondige upgrade zich opdringt. Een soepeler vergunningsproces is daarbij essentieel. Werven mogen in eerste instantie wel zorgen voor hinder, lawaai en stof, uiteindelijk leiden ze tot grondige verbeteringen op het vlak van wonen en leven”, zegt Niko Demeester, CEO van Embuild. Die lange vergunningsprocedure heeft bovendien ook een negatieve impact op de activiteit van de bouw- en installatiebedrijven. Zo ziet 81% van alle ondernemingen uit de sector hun activiteit hierdoor dalen. De doorlooptijd van vergunningen moet volgens Embuild veel efficiënter worden en beroepsprocedures moeten enkel nog kunnen voor wie persoonlijk en rechtstreeks getroffen wordt door een bepaald bouwproject. 

 

Bouwvergunningen zijn noodzakelijk om bouwprojecten te kunnen realiseren maar in België is de doorlooptijd van de vergunningsprocedure enorm lang. De verkrijgingstermijn varieert tussen de 20 en 30 maanden, en dan nog zonder met de eventuele beroepsprocedure rekening te houden. Die worden door het NIMBY-syndroom (‘Not In My Backyard’) of zelfs het BANANA-syndroom (‘Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anything’) steeds talrijker. 

Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild: “Dat is bijzonder nefast, want we staan voor de grootste bouwopgave in ons land sinds de Tweede Wereldoorlog. Tussen nu en 2030 hebben we elk jaar nood aan 75.000 extra woningen om de demografische ontwikkelingen (meer singles, meer éénoudergezinnen, meer senioren die thuis blijven wonen) aan te kunnen. Daarnaast bevindt onze infrastructuur zich voor een groot stuk aan het einde van haar levenscyclus en is ook daar een inhaaloperatie nodig. Een ‘Rebuild Belgium’ dringt zich op.”

De te lange doorlooptijd van vergunningen in België heeft een enorme en onverantwoorde economische impact. De ermee gepaard gaande rechtsonzekerheid kost massa’s geld aan alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van een bouwproject. Uit onderzoek van Embuild blijkt dat 81% van alle bouwbedrijven hun activiteit zien afnemen door te lange vergunningsprocessen. 

  • Bij bedrijven die infrawerken verrichten gaat het om 100%,
  • 82% van de woningbouwers ziet hun activiteit afnemen door te lange vergunningsprocessen.
  • Bij de bedrijven gespecialiseerd in woningrenovatie bedraagt dat aantal 72%. 

Een overgrote meerderheid van de bouw- en installatiebedrijven leidt met andere woorden economische verliezen door de complexe en langdurige vergunningsprocedure.

Daarom pleit Embuild voor een drastische vereenvoudiging van de vergunningsregels en het opheffen van tegenstrijdige visies op verdichting tussen het regionale en het lokale beleidsniveau. Ook is het noodzakelijk om de beroepsprocedures bij te sturen. Enkel mensen die persoonlijk en rechtstreeks getroffen worden door een project zouden daarbij nog in beroep mogen gaan. Er moet een beter evenwicht komen tussen het privébelang van 1 persoon en het algemeen belang van een project. Zoals al gezegd, heeft ons land tussen nu en 2030 jaarlijks nood aan 75.000 extra woningen en ook onze infrastructuur moet een grondige update krijgen. Dat lukt niet indien het vergunningsproces niet soepeler wordt.

“Werven brengen hinder, stof en lawaai met zich mee, dat ontkennen we zeker niet. Maar uiteindelijk leiden ze tot grondige verbeteringen, onder meer energiezuinige woningen en gebouwen, nieuwe wegen, moderne scholen en sportcentra en slimme steden en gemeenten”, zegt Embuild-topman Niko Demeester. “Die boodschap staat dan ook centraal tijdens onze Open Wervendag, nu zondag 25 mei. Waar vandaag nog een werf is, komt er morgen vooruitgang.”